De hele natuur in barensweeën (2011)

Was Paulus een ecologist avant la lettre, een groene jongen?  Hij heeft in ieder geval een kosmisch perspectief.  Hij was overtuigd dat alles met alles samenhangt als deel van Gods schepping.  Dit belijden de Israëlieten doorheen de twee scheppingsverhalen van het boek Genesis.  Alles hangt samen.  God schiep de hemel en de aarde, de zon en de sterren, de planten en de dieren.  God schiep de mens en stelde hem aan als rentmeester.  Paulus denkt aan het geheel van de schepping en de ganse mensenwereld (Rom. 1,16-32).  Hij acht de mens in staat om door zijn rede vanuit de schepping God te kennen.  Christus heeft volgens Paulus een centrale plaats.  Voor Christus moet iedere knie buigen in de hemel, op aarde en onder de aarde (Fil. 2,10; Rom. 14,11).  In de Christushymne van de brief aan de christenen van Kolosse bezingt hij Christus als beeld van de onzichtbare God, de eerstgeborene van heel de schepping.  “In Hem is alles geschapen in de hemelen en op de aarde, het zichtbare en het onzichtbare” (Kol. 1,15-17).

Paulus kan zich verwonderen over de weg van het zaad, dat sterft, kiemt en vrucht voortbrengt.  Hij kent de verscheidenheid van de mensen, van het vee, van de vissen en de vogels.  Hij keek naar de glans van de hemellichamen, van de zee, de maan en de sterren (1 Kor. 15,35-41).  Hij was uren en dagen onderweg.  Hij heeft naar de natuur gekeken tijdens zijn lange tochten door het land.  Hij heeft veel gevaren getrotseerd en op zee schipbreuk geleden, drie keer zelfs (2 Kor. 11,25-28).  Hij staat tegenover de natuur niet als romanticus.  Hij voelt aan dat ze onaf is en dat er lijden in voorkomt.  Ze kreunt, ze zucht, ze is in barensweeën.  Hij stelt zich de vraag naar de zin ervan.  Hij gelooft in de verbondenheid van de mens met God en van de mens met de natuur.  “Wat het heelal betreft, bevestigt de openbaring de hechte lotsverbondenheid tussen de materiële wereld en de mens.” (Katechismus van de Katholieke Kerk, 1046).  Paulus is hoopvol (Rom. 8,24-25) vanuit het feit dat wij kinderen van God zijn, mede-erfgenamen van Christus (Rom. 8,16-17).  Dit verandert volgens hem onze houding tegenover de schepping. 

De natuur verbaast door haar schoonheid, maar verrast eveneens door haar geweld.  Aardbevingen in Haïti, orkanen in New Orléans, tsunami’s in Zuidoost Azië; ze wijzen op de onrust in de natuur en hebben een weerslag op de mensen.  De tsunami in Japan en de gevolgen van de kerncentrale in Fukushima. De stofwolk van de Eyjafjallajökuyll verlamde het luchtverkeer.  De mens omvormt en verbetert zijn omgeving, maar hij beschadigt haar eveneens: de olievlek in de golf van Mexico, rampen met olietankers, roofbouw, ontbossing, klimaatverandering, de afname van de biodiversiteit.  Het lijstje wordt maar langer.  Het zuchten en kreunen houdt niet op. Mechanisering en robotisering veranderen de mens.  “Mensen worden cyborgs.  Cyborg komt van cybernetic organism; het betekent een kruising tussen mens en machine.”  In de medische voorzieningen neemt automatisering en robotisering toe.  Mensen lijden onder de anonimiteit, de technologisering, de standaardisering en de dehumanisering.  “Dieren en planten worden behandeld als dingen zonder ziel en zonder gevoel, zelfs zonder eigen leven.  Worden we daar gelukkiger van?  We worden er hier in het Westen in elk geval rijker van, dat wel.  Alles gaat efficiënter dus de materiële overvloed neemt toe.  Maar depressies nemen ook toe.  En het interessante is nu dat je ziet dat er een nieuw mythisch symbool opkomt, het symbool van het mannelijk streven naar perfectie en bevrijding van al het aardse, en dat is de robot.  De robot heeft de draak verdrongen”(Moses en Aäron lezing 28.06.07).
 

Voor de 43ste wereldvrededag van 1 januari 2010 koos paus Benedictus als thema: Als U de Vrede wilt bevorderen, bescherm dan de schepping.  Eerbied voor de schepping is van immens belang.  Het behoud ervan is essentieel geworden voor de vreedzame co-existentie van de mensheid. “De onmenselijkheid van de mens jegens de mens heeft geleid tot talrijke bedreigingen van de vrede en van authentieke, integrale menselijke ontwikkeling – oorlogen, internationale en regionale conflicten, terreurdaden en schending van mensenrechten.  Doch niet minder verontrustend zijn de bedreigingen die het gevolg zijn van de verwaarlozing – zo niet gewoon het misbruik – van de aarde en de natuurlijke goederen die God ons gegeven heeft.”  Het is noodzakelijk, aldus paus Benedictus, dat de mensheid komt tot hernieuwing en versterking van “het verbond tussen mensen en het milieu, dat de scheppende liefde zou moeten weerspiegelen van God, uit Wie we voortkomen en naar Wie we op weg zijn

Het oecumenisch proces voor vrede, gerechtigheid en behoud van de schepping met etappen in Basel, Graz, Sibiu beïnvloedt meer en meer het denken en handelen van de kerken.  De Duitse kerken hielden in 2010 hun tweede oecumenische Kirchentag onder het thema: Damit ihr Hoffnung habt.  De stem van Paulus was er te horen.  Zijn tekst uit de Romeinenbrief was stof voor de bijbelse ochtendbezinning en werd op meerder plaatsen gecommentarieerd.  Het kreunen van de schepping klonk mee in vele uiteenzettingen over de aanwezigheid van christenen in het maatschappelijke debat.
In ons verlangen naar heelheid en harmonie, in het reikhalzen naar de openbaring van Gods heerlijkheid dragen wij het verlangen mee van heel de schepping .  Wij nemen het mee als we zingen tot Christus, de heer der heerlijkheid, die ons openbaart dat al het lijden in deze tijd een schaduw is die verglijdt (ZJ. 909).  Deze zang moge ons verantwoordelijkheid aanscherpen voor de schepping, waarin wij rentmeesters zijn.