Was Paulus een ecologist avant la lettre, een groene jongen? Hij heeft in ieder geval een kosmisch perspectief. Hij was overtuigd dat alles met alles samenhangt als deel van Gods schepping. Dit belijden de Israëlieten doorheen de twee scheppingsverhalen van het boek Genesis. Alles hangt samen. God schiep de hemel en de aarde, de zon en de sterren, de planten en de dieren. God schiep de mens en stelde hem aan als rentmeester. Paulus denkt aan het geheel van de schepping en de ganse mensenwereld (Rom. 1,16-32). Hij acht de mens in staat om door zijn rede vanuit de schepping God te kennen. Christus heeft volgens Paulus een centrale plaats. Voor Christus moet iedere knie buigen in de hemel, op aarde en onder de aarde (Fil. 2,10; Rom. 14,11). In de Christushymne van de brief aan de christenen van Kolosse bezingt hij Christus als beeld van de onzichtbare God, de eerstgeborene van heel de schepping. “In Hem is alles geschapen in de hemelen en op de aarde, het zichtbare en het onzichtbare” (Kol. 1,15-17).
Paulus kan zich verwonderen over de weg van het zaad, dat sterft, kiemt en vrucht voortbrengt. Hij kent de verscheidenheid van de mensen, van het vee, van de vissen en de vogels. Hij keek naar de glans van de hemellichamen, van de zee, de maan en de sterren (1 Kor. 15,35-41). Hij was uren en dagen onderweg. Hij heeft naar de natuur gekeken tijdens zijn lange tochten door het land. Hij heeft veel gevaren getrotseerd en op zee schipbreuk geleden, drie keer zelfs (2 Kor. 11,25-28). Hij staat tegenover de natuur niet als romanticus. Hij voelt aan dat ze onaf is en dat er lijden in voorkomt. Ze kreunt, ze zucht, ze is in barensweeën. Hij stelt zich de vraag naar de zin ervan. Hij gelooft in de verbondenheid van de mens met God en van de mens met de natuur. “Wat het heelal betreft, bevestigt de openbaring de hechte lotsverbondenheid tussen de materiële wereld en de mens.” (Katechismus van de Katholieke Kerk, 1046). Paulus is hoopvol (Rom. 8,24-25) vanuit het feit dat wij kinderen van God zijn, mede-erfgenamen van Christus (Rom. 8,16-17). Dit verandert volgens hem onze houding tegenover de schepping.
Voor de 43ste wereldvrededag van 1 januari 2010 koos paus Benedictus als thema: Als U de Vrede wilt bevorderen, bescherm dan de schepping. Eerbied voor de schepping is van immens belang. Het behoud ervan is essentieel geworden voor de vreedzame co-existentie van de mensheid. “De onmenselijkheid van de mens jegens de mens heeft geleid tot talrijke bedreigingen van de vrede en van authentieke, integrale menselijke ontwikkeling – oorlogen, internationale en regionale conflicten, terreurdaden en schending van mensenrechten. Doch niet minder verontrustend zijn de bedreigingen die het gevolg zijn van de verwaarlozing – zo niet gewoon het misbruik – van de aarde en de natuurlijke goederen die God ons gegeven heeft.” Het is noodzakelijk, aldus paus Benedictus, dat de mensheid komt tot hernieuwing en versterking van “het verbond tussen mensen en het milieu, dat de scheppende liefde zou moeten weerspiegelen van God, uit Wie we voortkomen en naar Wie we op weg zijn”