Geef gij hun te eten

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 233 niet laden
Deze wonderbare broodvermenigvuldiging kun je van verschillende kanten benaderen. Je kunt je afvragen wat er eigenlijk is gebeurd bij de broodvermenigvuldiging. Eerlijkheidshalve denk ik dat je alleen kunt antwoorden: dat weten wij niet. Maar wonderen zijn tekenen, zij verwijzen naar een nieuwe werkelijkheid. Daarom kunnen wij heel gemakkelijk een antwoord geven op de vraag: wat betekent dit broodwonder? Jezus nodigt ons uit om het brood met anderen te delen. En, omdat brood alleen niet genoeg is kun je nog duidelijker zeggen: Jezus wil dat wij aan elkander alles schenken wat wij nodig hebben om te leven.

Jezus zegt van zichzelf: Ik ben het brood voor het leven van de wereld. Hier ligt het antwoord op de vraag wat er eigenlijk gebeurd is bij die wonderbare broodvermenigvuldiging. Jezus zelf is brood geworden voor de anderen en daaruit volgt voor mij de vraag: In hoever ben ik bereid brood te worden voor mijn medemensen. Het gaat hier niet om een stuk brood te geven, maar om een beetje van onszelf aan anderen te willen geven. Er zijn meer mensen die hongeren naar erkenning dan naar brood. Ze hongeren naar waardering, naar vriendschap, naar een vriendelijke groet of een goed woord. Deze honger naar meeleven is veel pijnlijker te dragen dan honger naar voedsel.

Hoe kan God toelaten dat er zoveel honger in de wereld is? Je moet God niet de schuld geven. God heeft de wereld rijk genoeg geschapen om alle mensen te voeden. God heeft de tafel lang genoeg gemaakt opdat er voor iedereen een plaats zou zijn. De honger heeft geen be¬staansrecht op deze aarde. Maar de verdeling van de goederen heeft God aan de mensen zelf toevertrouwd en als zij in liefde en zorg voor elkander solidair wilden leven, dan hoeft er geen tekort, geen honger te zijn.

Jezus gaf de vijf broden aan de leerlingen met de woorden: ‘Geef gij hun maar te eten.' Daarin ligt de betekenis van de broodvermenigvuldiging. De mensen, die de macht hebben om deze wereld te vernietigen, hebben ook de macht om de honger uit de wereld te bannen. De honger in de wereld - en dan denk ik aan elke honger - is geen onvermijdelijk noodlot, maar is de schuld van de mensen. Het is toch te dwaas dat op dezelfde planeet vier mensen van honger sterven, terwijl één mens zich dreigt dood te eten. Hier in onze gewesten kun je spreken van een wonderbare broodvermeerdering, maar wij leggen boter- en vleesbergen aan, die we vernietigen.

Wij zijn zoals de leerlingen die tot Jezus zeiden: stuur ze weg, dan kan iedereen voor zichzelf zorgen en dan zijn wij van de problemen af. Wij zeggen: stuur ze weg, de asielzoekers, de vreemdelingen. Wij dreigen te verstikken in onze eigen afval. Wij werpen alles maar weg, terwijl bij de broodvermenigvuldiging alle brokken zorgvuldig verzameld werden. Wij vergeten dat je door te delen niet armer wordt. Liefde verdubbelt als je die deelt, vreugde en geluk vermeerderen in het geven. Het delen van de verzadigden met de hongerigen is geen vrijwillige liefdadigheid maar absolute plicht.

Wij dreigen een maatschappij van uitgehongerde mensen te worden, mensen die roepen om een beetje meeleven en medemenselijkheid. Ons hele bestaan moet voedsel worden voor de anderen. Van onze liefde en ons medeleven moeten vele mensen nog lang kunnen teren. Ik kom terug op de vraag van het begin: is dat echt gebeurd? Ik zou zeggen: probeer het eens. Wat toen gebeurde kan ook vandaag nog gebeuren. Overal waar mensen zich willen inspannen om broederlijk te delen, gebeuren er ook nu nog wonderen.