Van wie zijn wij het beeld? (Mt. 22,15-21)

 

Het is een heel gekende uitspraak uit het evangelie: “Geef aan de keizer wat aan de keizer toekomt en aan God wat God toekomt.” Ze heeft betrekking op onze verhouding tot God en onze verhouding met de gemeenschap.

Een vervelende vraag

De zogezegde vrienden van Jezus komen en willen hem zeem aan de baard strijken. Ze vleien hem en smeren hem stroop aan de baard, zij tonen zich vriendelijk, maar willen hem eigenlijk in een hinderlaag lokken. Antwoordt hij ‘ja’, dat je de belasting moet betalen, dan ergert hij de mensen van de tempel. Zij vinden het erg dat je aan de Romeisne bezetter belastingen geeft. Het stoort hen vooral dat de keizer muntstukken in omloop heeft gebracht met zijn beeld erop. Het erebetoon aan de keizer gaat immers in tegen de religieuze overtuiging van de joodse bevolking. En zo Jezus ‘neen’, antwoordt, dan krijgt hij last met de bezetter.

Ontmaskerd

Jezus slaat zich meesterlijk uit de slag. Hij ziet de mensen niet naar de ogen. Hij is eerlijk en een vrij man. Hij vraagt hun om de belastingsmunt te tonen. En kijk, die hebben ze zelf op zak, al gaat het tegen hun opvattingen in. Jezus noemt hen daarom ook huichelaars.

Daarop heeft Jezus een uitspraak gedaan, die is blijven blijft nawerken. Want hij wijst daarmee op een dubbele plicht: God dienen en zorg hebben voor de mens. Zijn antwoord bevat meer als zijn ja op het betalen van de belasting. Hij roept op om aan God te geven wat hem toekomt. Aan God behoren de hemel en de aarde (ps. 24). Hij is de Heer, en niemand anders (Jes. 45,6).

De keizer heeft zijn beeltenis op het munstuk.

En waar, wie of wat is het beeltenis van God? Christelijke commentatoren wijzen hiervoor naar de mens. De mens is geschapen naar het beeld van God. “God schiep de mens als zijn evenbeeld, als evenbeeld van God schiep hij hem, mannelijk en vrouwelijk schiep hij de mensen” (Gen. 1,27). De mens is geschapen om Gods heerlijkheid uit te stralen.

God staat voorop

Jezus ontkomt aldus aan de hinderlaag en overstijgt de polemiek. Hij aanvaardt dat de belasting moet betaald worden aan de keizer, maar benadrukt dat wij aan God moeten geven wat aan God toekomt, omdat wij naar zijn beeld zijn geschapen. Bij het angelus drie jaar geleden op 18 october 2020 sprak paus Franciscus over dit evangelie. Het reikt het criterium aan voor een onderscheid tussen de politieke sfeer en de religieuze.

En wij vinden hierin tevens richtlijnen voor het handelen van de christen in alle tijden. Belastingen betalen is een plicht voor de burger zoals het onderhouden en naleven van de rechtsregels van de Staat. Tegelijkertijd is het nodig om het primaatschap van God te bevestigen in het leven van de mens en in de geschiedenis, door het recht van God te eerbiedigen op wat hem toebehoort.

Paus Benedictus XVI noemt het onderscheid fundamenteel tussen wat de keizer toekomt en wat God toekomt. Het gaat over de scheiding tussen Kerk en Staat. Het betreft de autonomie van het aardse. “De Staat mag de godsdienst niet voorschrijven, doch moet de vrijheid en de vrede van de aanhangers van verschillende godsdiensten onderling waarborgen. De Kerk als sociale uitdrukking van het christelijk geloof is van haar kant onafhankelijk en leeft vanuit het geloof in haar vorm van gemeenschap die door de Staat gerespecteerd moet worden. De twee domeinen moeten onderscheiden worden maar zijn wel op elkaar betrokken” (Deus caritas est, n° 28).

Missiezondag

Overal ter wereld wordt in de katholieke kerk vandaag missiezondag gevierd. Een dag die ons christenen wijst op onze opdracht voor elke dag. Trouw te zijn aan God en zorg te hebben voor de medemens. Sinds het tweede Vaticaans concilie is al vaak herhaald dat de kerk missionair is en dat de christenen bezorgd moeten zijn om de vreugde van het evangelie te verkondigen.

“Elkeen van ons is vanuit het doopsel geroepen om op een levendige wijze aanwezig te zijn in de maatschappij en haar te bezielen met het evangelie en met de levenskracht van de heilige Geest. Het gaat er om nederig en tegelijk moedig een eigen bijdrage te leveren aan de opbouw van een gemeenschap, waarin rechtvaardigheid en liefde regeren.” (Paus Franciscus).

Bij het lezen en horen van deze woorden beseffen wij dat wij vaak tekortschieten. Wij applaudisseren maar verzetten geen stap. Wij voelen de schaamte om zoveel misbruik. Wij lijden om hen die ons verlaten en om zoveel dat leeg komt te staan. Wij voelen ons verbonden met het koppel van de paasavond, die ontgoocheld Jeruzalem verlieten. Ze hadden zoveel verwacht, deze twee Emmaüsgangers.

Missiezondag brengt ons sprankels van hoop. Wij horen en lezen over de kerk en de evangelisatie in andere continenten. Er zijn veel landen waar de verhouding Kerk en Staat moeilijker ligt dan bij ons, waar de Staat geen financiële bijstand geeft aan de religies. Al kan dit ook hier eens veranderen. En zelfs een voordeel betekenen om als Kerk vrijer te spreken en te handelen.

Lieve komt uit Limburg. Ze is medewerkster van het Apostolaat en 85 jaar. Ze is al heel vele jaren in Taiwan en is er verbonden met de pastorale dienst in een katholiek Ziekenhuis. Ze stuurde me de foto van haar scootmobieltje. Daarin zat de Vietnamese pastoor van haar parochie, die het mobieltje wou proberen en er een foto liet van nemen om deze op te sturen naar zijn 90-jarige mama in Vietnam.

Dit deed me denken aan een beeld van de tandem dat vroeger al gebruikt werd om de evolutie in de missie te illustreren. Het drukte de nieuwe verhouding uit tussen de jonge kerken en Europese missionarissen. “De jonge kerken zitten voorop aan het stuur. Zij die vanuit het Westen naar ons toegekomen zijn, zitten achterop en trappen mee” (Dr. Nataban).

Ondertussen is het aantal Europese missionarissen verder gedaald en brengen christenen uit het Zuiden meer zuurstof. Deze kunnen we opsnuiven in wat Missio België aanreikt voor de oktober campagne 2023, die zich vooral richt op Kameroen (Suara, september 2023).