Inleiding op de viering van Goede Vrijdag (2008)

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 419 niet laden
"Mijn vader - die was zes toen werd ie wees. Zeven jaar is hij met mijn moeder getrouwd geweest. Hij kreeg t.b. Hij moest in de tuin in zo'n tent liggen die kon draaien, met de zon méé. Waarom mocht mijn vader geen geluk kennen? Zijn kinderen, van wie hij zielsveel hield, mocht hij niet aanraken, dat was gevaarlijk ... Waarom?"

Een oude heer, een stókoude heer, vertelde mij dit verhaal ... Een pastor, een priester, een dominee hoort iedere dag véél verhalen ... nèt zoals de huisarts, de alpha-hulp en de schoonmaak-specialiste ... Iederéén hoort voortdurend veel verhalen - al is 't maar via de televisie. Elk mens ís een verhaal, een verhaal vol vragen vaak. Ja, elk mens is een vráág.

Die oude man over wie ik sprak heeft zelf ook geen gemakkelijk leven gehad. Hij trouwde. Nog altijd is hij er van overtuigd dat hij en ook zijn vrouw met elkaar trouwden uit liefde. Maar toch ... "zij had aan één man niet genoeg." Het huwelijk, dat kinderloos bleef, liep spaak. En zij verliet hem. Nadien ontmoette hij een andere vrouw, in vergelijkbare omstandigheden. Zíj had kinderen. En met haar en met haar kinderen en kleinkinderen en achterkleinkinderen werd hij gelukkig. Gelukkig in de zomer op de tuin en gelukkig in de winter bij de haard. Nu is zij dood. Hij blijft achter met zijn herinneringen. Aan zijn ouders. Aan zijn jong gestorven vader. Aan zijn goede en heel vrome moeder. "Ik heb haar nooit durven vertellen dat ik niet meer naar de kerk ging ...". Herinneringen aan zijn eerste vrouw. 's Avonds ziet hij haar gewoon bij zich in de kamer zitten. Ze zit te breien. Ze zegt niets. Gepraat wordt er niet. Maar toch ... Pasgeleden sprak hij door de telefoon met zijn broer in Canada. Het gesprek kwam op het geloof en op de kerk. En plotseling werd hij overvallen door een geweldig heimwee. Heimwee naar de kerk - waaraan hij eigenlijk goede herinneringen heeft. "Weet U wat de pastoor bedoelde als hij zei: "Ik ga zilver poetsen"? - Dan ging hij biechthoren bij de zusters ..." Dat vertelde hij mij, deze man die vijftig jaar niet in de kerk is geweest, omdat er zoveel "tussen gekomen" is, tussen hem en de kerk ... Maar nu hij hoogbejaard is grijpt een geweldig heimwee naar de kerk, naar het geloof en naar God hem aan ...

Indrukwekkend mensen ... Indrukwekkend voor mij om zijn verhaal en om zijn vragen te horen ... Toen ik in de afgelopen nacht hier in de kerk mijn uur waakte bij Jezus zoals Hij verbleef in de nacht voor zijn dood op de plek die Getsemane wordt genoemd ("olijvenpers" betekent die naam) ... ik merkte dat deze oude man en zijn verhaal en zijn levensvragen nog sterk in mij aanwezig waren en dat ook allerlei andere levensverhalen en -vragen in mij stormden. In onze dagkapel, die in de afgelopen nacht ook nachtkapel is geworden, staat ons Buchenwald-altaar. Daarin bewaren wij de herinneringen aan de verzetsgroep die in de Tweede Wereldoorlog hier vanuit de parochie ontstaan is, die al spoedig werd opgerold en waarvan de deelnemende mannen naar de kampen in Duitsland en Polen werden afgevoerd waaruit de meesten niet zijn teruggekomen. Een jaar terug stierf Herman Fontijn die de laatste overlevende was van die verzetsgroep. Terwijl ik aanwezig was bij het sacrament in de dag-en-nachtkapel zag en hoorde ik Herman. En ook herinneringen aan allerlei andere mensen voor wie daar kruisjes zijn opgehangen; ook hún verhalen kwamen in mij op - zoals ik ook denken moest aan Lars die in de afgelopen nacht van 6 op 7 maart zich voor de trein wierp. "In de zwarte nacht is een mens aangetreden ..."[1] Wat een eenzaamheid en verlatenheid die die jongen moet hebben gevoeld ...

Ja mensen, dat alles ging in mij om terwijl ik daar bij Jezus in Getsemane was ... Levens en verhalen van allerlei mensen. En dan mijn eigen verhaal en leven, de knopen in míjn buik, hoofd en ziel ... "Ik heb mezelf nog van geen ding bevrijd" - de bekende dichtregel van Maria Vasalis[2].

Is het leven een doodlopend straatje? Is er géén uitweg uit allerlei ellende? Is er geen uitweg voor de joden, voor de palestijnen, voor de tibetanen en voor de straatarme en door HIV/Aids geteisterde afrikanen? Is er géén uitweg voor U en voor mij? De vraag sneed diep door mij heen terwijl ik daar zo bij Jezus zat - die prachtige mens, overstromend van liefde voor allerhande mensen, ziek en gezond, rechtschapen en zondig, groot en klein, oud en jong ... Ja, zo wás Jezus. Maar we weten en gedenken dezer dagen opnieuw: Hij was in de kracht van Zijn leven toen dat leven wreed werd afgebroken ...

En tegelijk wéten we mensen, veelgeliefden: Jezus' geloof, Zijn vertrouwen in Wie Hij Zijn Vader noemde - dát bleef óngebroken ... Of brak ook dát? Aan het kruis riep Hij toch: "God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten?" Die woorden veelgeliefden, die kruis-woorden, zijn een citaat ... Jezus citeert daar de tweeëntwintigste psalm. En verderop in die psalm klinken dan toch ook weer heel ándere woorden:

Hij kende geen afschuw en geen verachting
voor het ongeluk van de ongelukkige,
Hij heeft Zijn gelaat niet afgewend,
Nee, Hij luisterde toen om Hem werd geroepen.

U vormt in de gemeenschap de bron van mijn lied,
(...).
Zo kunnen armen eten en hun honger stillen.
Dat zij die Hem zoeken, de Heer loven,
Houd moed, voor altijd!
(...)
Zelfs degenen die in de aarde slapen buigen voor Hem,
en degenen die in het stof neerliggen knielen voor Hem.

Jezus had een aanspreekpunt mensen, zelfs op het kruis: God, Zijn Vader.

Ik merkte in de afgelopen nacht: Het was goed om bij Hem te zijn met al die gezichten en namen van mensen, met al die levens en al die vragen en nóg niet ontwarde en losgemaakte knopen ...

Het was goed om in de afgelopen nacht bij Hem te zijn. Het was een goed idee om dat te doen. Het was goed om dat sámen te doen - zoals het goed is om hier en nu samen Goede Vrijdag te vieren en Jezus' kruisgang stap voor stap na te lopen. Het is een vreugde om dat te doen met dominee Joke van der Velden en alle mensen van de Oranjekerk die met haar zijn meegekomen. En het is een gewéldige vreugde dat er kinderen zijn. Laten zij voorop lopen, achter mij en pastor Wim Lokkerbol, dichtbij het kruis. En iedereen die mee wil lopen, die loopt er maar achteraan. De woorden die ons zullen begeleiden op de kruisweg zijn van onze geliefde pater Gregory Brenninkmeijer S.J. Ik wens U allen een goede kruisweg, "goed" in de ware betekenis van het woord.