Om heil en genezing te vinden

Op elf februari was het de werelddag voor de zieken, die paus Johannes Paulus II in 1992 heeft ingesteld. Op elf februari gedenken we de verschijningen in Lourdes, waar vanaf het begin zieken een plaat van rust en vrede ervaren. Paus Franciscus geeft bij deze dag de boodschap mee; “Gij hebt maar één Meester en gij zijt allen broeders en zusters” (Mt. 23,8).

Over een paar dagen stappen we de veertigdagen in, waarin we gehoor geven aan de oproep van Jezus voor een levenswijze van gerechtigheid. Het is een heilzame tijd om ons hart weer zuiver te maken. Samen met de melaatse smeken we Jezus en zeggen we hem: “Als je wilt kunt gij mij reinigen” (Mc. 1,40).

Op deze zesde zondag, kort na het feest van O.L. Vrouw van Lourdes en dichtbij Aswoensdag, brengt Marcus ons het verhaal van de ontmoeting van een melaatse met Jezus. Zieken zoeken en vinden bij Jezus heil en genezing. Wij beschouwen gezondheid als een groot goed. Een gezonde mens heeft honderd wensen. Een zieke heeft er maar één.

Onze wensen voor 2020 waren goed bedoeld, zoals ook deze voor 2021. Wensen voor een gelukkig, gezond en voorspoedig jaar. Bij het begin van 2020 waren al berichten over een gevaarlijk virus in China, maar dat was zo ver van ons. Het kwam dichterbij en het dwong ons tot een lockdown. De veertigdagentijd 2020 werd een quarantaine voor gans de wereld en duurde meerdere weken. En dan kwam een tweede lockdown en stierven nog meer mensen door het Covid-virus.

Broosheid

Op Aswoensdag krijgen we het askruisje opgelegd met de woorden: “Gedenk, o mens, dat je stof bent en tot stof zult wederkeren.” Dit is ondertussen voor velen een harde werkelijkheid geworden. Het virus maakt ons bewust van deze elementaire waarheid dat wij mensen broos zijn en dat elke dag goed is om te sterven.

Het coronavirus COVID-19, dit klein onooglijk ding, kent geen landsgrenzen om het tegen te houden. Het duwt ons allen in eenzelfde schuitje, al roeien we niet allen met dezelfde riemen. Het toont hoe alles samenhangt. Is dit virus gekomen omdat wij de ons toevertrouwde tuin slecht bewerken?

Het woord van Aswoensdag is maar een halve waarheid.

We zijn meer dan stof. Mensen hebben een uitstraling, ook jaren na hun dood. Herinneringen aan hen blijven en verbinden.

Op een urnenmuur hangt dit versje:

Als tranen een trap konden bouwen

En herinneringen een brug

Dan klom ik tot hoog in de hemel

En bracht ik je terug.

Er is de pijn van familieleden die door de lockdown geen afscheid hebben kunnen nemen.

Vertrouwen

We zijn geschapen om te leven en met velen samen.

Daarom werden wij op Aswoensdag opgeroepen om te doen, wat wij als christen elke dag te doen hebben: ons omkeren en geloven in de blijde boodschap, die Jezus heeft gebracht en beleefd.

Hij heeft het lijden verminderd, hij heeft mensen genezen, maar werd zelf vernederd en ter dood gebracht.

Op de zwaarste Goede Vrijdag, deze van het jaar 30, volgde een paasdag die ons nog steeds zingen doet ‘alleluja’, al was het wel zeer gedempt in het coronajaar 2020 en ook nog wel in 2021. Het Pasen van Jezus zegt ons elke dag dat de Heer leeft en met ons is begaan.

Wij hebben meer dan anders psalmen gebeden en beluisterd. Ze spreken zo vaak van oorlog en bedreiging, van het kwaad in mezelf en om ons heen. Ze voeden het vertrouwen dat God ons niet alleen laat. Hij heeft zijn geliefde zoon gezalfd en verheven (psalm 2).

Mensen hopen op een ommekeer, van minder jacht naar steeds meer en meer. Ze hopen op verinnerlijking en verdieping. We blijven bidden en vragen aan de Heer; “Maak ons rein.” We moeten ons blijven inzetten voor een zorgzame samenleving.

Het coronavirus heeft het hart niet helemaal uitgezuiverd. De lockdown was en is immers moeilijk om samen te leven en veroorzaakt spanningen,

We zullen nog lang de beelden meedragen van het recente driekoningenfeest van 6 jan. Het waren geen koningen en wijzen, die daar in het Westen bij het Capitool stonden. Ze hebben de democratie een zware deuk gegeven.

Verbondenheid en inzet

We hebben tijdens het coronajaar veel lichtgevende tekenen gezien van inzet van beroepskrachten en vrijwilligers. Ik ben dankbaar om een mail bij de aanvang van de lockdown. Enkele woorden met een groot aanbod: “Zo te zien komen er moeilijke tijden aan. We worden voor grote uitdagingen gesteld en ons leven aanpassen zal de boodschap zijn.... Zorg goed voor jezelf en weet dat je indien nodig altijd beroep op mij mag doen hè!”

Dank om de initiatieven van gemeenten en verenigingen, zoals bv Samana, die bereid zijn te helpen. Dank om de inzet van mensen in de buurt.

Dank aan de solidariteit, dank om een sociale zekerheid althans in onze landen.

Maar we denken aan plekken waar deze ontbreekt en armoede een voedingsbodem is voor de ziekte.

Dank aan de wetenschappers die zich ingezet hebben voor een vaccin tegen Covid en we hopen dat het voor alle mensen beschikbaar kan zijn.

Geneeskunde kan niet alle levens redden. Ze kan nu meer als ten tijde van de zwarte pest en de Spaanse griep. Toch stellen we vast wat Albert Camus schreef in zijn roman La Peste: “Le bacille de la peste ne meurt ni ne disparaît jamais.”

Een oud doktersgezegde geldt nog steeds: « Guérir parfois; soulager souvent; consoler toujours. »  « Genezen soms; verzachten dikwijls; troosten altijd. »

Deze troost mag geen goedkope troost zijn, maar een van echt meeleven in zorgende aanwezigheid.

Pijn is pijn en elkeen voelt de zijne. Maar toch is de troost kostbaar van wie de pijn van een ander voelt en zorgend nabij is.

 

“Er wordt zoveel geleden, de mensen zijn zo bang” (ZJ 519).

Wanneer we zelf lijden, beseffen we dit nog meer. Als alles goed gaat, denken we er niet of zelden aan. Wanneer het minder goed gaat, beseffen we meteen of toch iets beter wat anderen meemaken.

Elke dag sterven kinderen door armoede en verwaarlozing, zijn kinderen op de vlucht, worden mensen vermoord en voeren groepen en clans oorlog.

Er is lichamelijk lijden, psychisch lijden en existentieel lijden.

Gezondheid wordt als een hoog goed ingeschat, soms als het allerhoogste. We verdienen het meest door gezond te blijven.

Gezond zijn is nog iets anders dan niet ziek zijn. Gezond zijn kan zich tonen in de wijze waarop wij met ziekte omgaan en in de veerkracht die we bezitten. Gezondheid wordt dan gezien als “het vermogen om je aan te passen en zelf te beslissen hoe om te gaan met de sociale, fysieke en emotionele uitdagingen van het leven.” Dit wordt positieve gezondheid genoemd.

Liefde, verbondenheid, vertrouwen, ze zijn belangrijk in het leven. Wat we aan elkaar kunnen toewensen is de kracht om te dragen. Verbondenheid schenkt verlichting en vertrouwen. Mensen zoeken en vinden op bedevaartplaatsen kracht om vol te houden.

 

Gebed

Wij kijken op naar Maria, de moeder van Jezus. Ze is de moeder van smarten, die zich bij de verschijningen te Banneux in 1933 aan Mariette Beco (1921-2011) voorstelde als de Maagd der armen en zei “Ik kom het lijden verlichten.” Ze nodigt ons uit haar daarbij te helpen. Wij vertrouwen haar onze zorg toe voor de komende tijd, waarin de gevolgen van de coronapandemie voelbaar zullen blijven.

We wensen voor de weken en maanden die komen de kracht om te strijden tegen wat verkeerd is. Wij hopen immuun te worden voor het virus, alsook voor dit van de onverschilligheid. Wij bidden om de kracht bij te dragen tot het goede dat wij kunnen doen. Wij vragen om te aanvaarden wat wij niet kunnen veranderen.

Wij oefenen ons verder in de kardinale deugden: rechtvaardigheid, sterkte, matigheid en voorzichtigheid. Wij vragen om houvast bij Hem, die ons in de storm zegt “Wees gerust, Ik ben het. Vreest niet” (Mc. 6,50).