De gelovige Thomas

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 233 niet laden
Dit evangelie is een parabelverhaal. Het is geschreven om ons tot dieper geloof in Christus te brengen. Als we tussen de regels lezen, wordt het duidelijk dat we hier verschillende kenmerken van ons geloof terugvinden.

Ons geloof is een kennen met het hart.
Thomas is het type van alle mensen, die eerst willen zien en dan pas geloven, van alle mensen die menen dat zij hun geloof op onweerlegbare wijze moeten opbouwen.
Maar Jezus wijst Thomas een andere weg om tot het zuivere geloof te komen: 'Kom, steek je hand in mijn zijde'. De evangelist Johannes verwijst hier uitdrukkelijk naar het hart: dat is de ontmoetingsplaats met de Verrezene. Thomas moest de moeilijkste overgang maken: die van het verstand naar het hart. Op zichzelf is die afstand zeer gering, ongeveer 30 cm, en toch kunnen veel mensen die afstand niet overbruggen.
Geloof is geen kwestie van verstand, van bewijzen, maar een kennen met het hart. Het is overgave. Geliefden bouwen hun levensverbond niet zozeer op zakelijke, verstandelijke gegevens, maar op het fundament van de wederzijdse overgave. Dat zijn dingen die alleen het hart kan waarnemen.
Thomas is een bekeerling die leert zien met het hart en die gegrepen wordt in plaats van te begrijpen. Tot tweemaal toe zegt hij: 'Mijn Heer en mijn God!' Dat is het teken dat hij zich wenst over te geven aan de liefde. Nu weet hij aan wie hij toebehoort, van wie hij heil verwacht. Hij aanvaardt de gave van de Verrezene.

Ons geloof is een gemeenschappelijk geloof.
Thomas kon moeilijk tot het geloof komen omdat hij 'niet bij hen was'. Geloven kun je niet alléén, daarvoor heb je een gemeenschap nodig, waardoor je gedragen wordt.
Thomas kwam 'acht dagen later' tot het geloof, 'op de eerste dag van de week' toen allen bijeen waren om de verrijzenis van de Heer te vieren. Terwijl ze samen hun geloof uitspraken: 'Wij hebben de Heer gezien', was Hij daar opnieuw in hun midden en sprak: 'Vrede zij u!' Als gelovige gemeenschap hebben wij de Kerk nodig om de vrede van de Heer voor anderen ervaarbaar te maken.

Ons geloof is ook een biddend geloof.
De Heer openbaarde zich in de bovenzaal, waar de leerlingen in gebed bijeen waren. Wij kunnen ons voorstellen dat dit gebeurde tijdens de Eucharistieviering op de eerste dag van de week, de zondag. Plaats en tijd zijn hier van belang. De geloofsbelijdenis van Thomas is een liturgische gebedsformule.
Ook óns hart zal brandend blijven als wij samen luisteren naar de woorden van de Schrift. Onze ogen zullen geopend worden terwijl het Brood gebroken wordt. Gods heerschappij zal in ons leven tot haar recht komen als wij zoals Thomas gelovig kunnen zeggen: 'Mijn Heer en mijn God!' Wij moeten niet wachten op het geloof om te kunnen bidden; wij moeten bidden om tot geloof te komen. Een mens die biddend in het leven staat, zal bereid zijn om Gods heerschappij in zijn leven te aanvaarden, ook als God niet alle verwachtingen vervult. Als het paasgeloof niet meer brandt in het hart van veel mensen, dan ligt de oorzaak voor een stuk in de verschrompeling van het persoonlijk en het gemeenschappelijk gebed.

Ons geloof is tenslotte ook een vreugdevol geloof.
De angst en de twijfel maakten bij de leerlingen plaats voor vrede en vreugde. Liefdevolle aanwezigheid is altijd vreugdescheppend. Hoe verder de leerlingen van Jezus verwijderd waren, hoe meer de twijfel hun hart vervulde en hoe meer de angst hen overstelpte. Maar hoe dieper zij doordrongen in zijn geopende zijde, hoe dieper hun geluk werd. De vreugde van Jezus werd hun kracht. De Verrezene maakte hun leven tot een feest. In Jezus vierden zij de triomf van het leven op de dood, van de liefde op de haat, van het heil op de zonde.

In de eerste eeuw van het christendom leefden de christenen alsof zij reeds verrezen waren, schrijft een heidens filosoof. Alle kommer en lijden, marteling en dood waren niet staat om hun de vreugde te ontnemen die Jezus hun gegeven had.