Evangeieprikje 2015

Er is vandaag in de boekhandel heel wat te vinden voor ouders die op zoek zijn naar hoe ze de perfecte ouders kunnen zijn. Het toont ons dat de meeste ouders toch willen proberen hun best te doen als ouder. En toch is er ondanks al dat materiaal niks of niemand die je kan zeggen hoe je je kind moet opvoeden. Men kan enkele richtlijnen geven, maar elke ouder is uniek en ook elk kind is uniek. Vaak moeten ouders constateren dat datgene dat werkte bij de ene daarom niet noodzakelijk werkt bij de andere. Wat hier gezegd wordt over het opvoeden van kinderen, kan gedeeltelijk doorgetrokken worden naar de band tussen een herder en zijn schapen. Schapen zijn natuurlijk geen kinderen, er is dus wel degelijk een verschil, maar toch is ook de ene herder de andere niet en vind je waarschijnlijk niet twee dezelfde schapen. In het evangelie van vandaag laat de evangelist Johannes Jezus over zichzelf zeggen dat Hij een goede herder is.  Voor ons is dat een niet-alledaags beeld, maar we begrijpen het wel. Voor de joden in die tijd is het een heel vertrouwd beeld en een beeld dat vaak gebruikt wordt om over God te spreken. Wel, nu zegt Jezus dat Hij een goede herder is en Hij legt meteen ook uit wat dat inhoudt: Hij geeft zijn leven voor zijn schapen. Als je dat puur rationeel bekijkt, kan je je de vraag stellen of dat nu wel zo slim is. Als je je leven geeft voor de schapen, dan is je familie en je vrienden je ook kwijt. Ok, dat je je best moet doen om die dieren te beschermen, maar er je leven voor geven? Daar schiet toch niemand iets mee op? En toch zijn er herders die zo’n innige band hebben met hun schapen dat ze bereid zijn hun leven er voor in de weegschaal te gooien. Als men bereid is dat te doen dan is herder-zijn meer dan een beroep, het is iets dat veel groter is.  Het is het verschil tussen als beroep herder zijn of herder zijn, herder zijn omdat je nu eenmaal iets moet doen om geld te verdienen of herder zijn. Wie dat niet begrijpt moet maar eens denken aan een verpleegster. Je merkt ook direct of het haar job is die ze doet om geld te verdienen of iemand die verpleegster is omdat ze om mensen geeft. Van die laatste zegt men wel eens dat ze haar beroep als een roeping beleeft. Het is vandaag roepingenzondag. Ook vandaag nog roept God mensen om mee gestalte te geven aan het Rijk Gods. Dat zijn gewone gelovigen, maar ook herders voor de gemeenschappen. Ik weet niet of God even seksistisch is als de regels in de Kerk, maar we hebben in ieder geval mensen nodig die leiding geven, die motiveren, inspireren, … Zo’n job kan je ook moeilijk in het keurslijf van een werkweek steken, het is ook meer een kwestie van herder ZIJN. Dat is belangrijk nu we moeten nadenken over de geloofsgemeenschappen van de toekomst. Blijven we die hoge eisen stellen aan kandidaat-priesters zodat er binnenkort geen meer zijn? Als een pastoor verschillende parochies heeft, kan die dan nog zijn schapen voldoende kennen? Ik ben er zeker van dat in onze geloofsgemeenschappen mensen te vinden zijn die leiding kunnen en willen geven en die daartoe zelfs enige opleiding willen volgen. Ze komen nu niet aan de bak omdat ze geen man zijn, of omdat ze getrouwd zijn. Is het niet jammer dat men er voor kiest vast te houden aan die regels terwijl levende geloofsgemeenschappen daardoor soms ten dode opgeschreven zijn? Hier zijn het de schapen die hun leven moeten geven voor de herder. Is dit wel de goede weg? Alvast de moeite om over na te denken.         

Nog even terug naar het evangelie. Jezus is dus een goede herder die bereid is Zijn leven te geven voor zijn schapen. Dat is het wat we gedenken op Goede Vrijdag. Als Jezus de herder is, dan mogen wij de schapen zijn. Over die schapen zegt Jezus dat Hij ze kent en dat zijn schapen Hem kennen. Kennen is hier meer dan kennis vergaard hebben. Bij ons hier zegt men van twee mensen die verkering hebben dat ze kennis hebben, ik denk dat we het eerder in die zin mogen begrijpen. Kennen is dus elkaar door en door kennen, je goede en je minder goede kantjes. Het gaat dus om een zeer diepe relatie. Jezus kent ons zeer goed en door gebed en het lezen van de Bijbel kunnen wij – als we dat willen – ook Jezus echt leren kennen. Als we elkaar goed kennen, dan weten we ook wat we de ander kunnen verwachten aan daden en woorden. Als we dus een beslissing moeten nemen en we horen verschillende stemmetjes, dan voelen we wel aan welke stem van God of Jezus komt. Het is niet de stem die je altijd en alleen eerst aan jezelf doet denken, niet de stem die oproept om nog meer te consumeren, niet de stem die mee roept met pesters, … Wie echt probeert Jezus te leren kennen, weet dat zo’n dingen nooit uit zijn mond kunnen komen. Leggen we nog wat meer ons oor te luisteren in het diepste van ons hart om te voorkomen dat Jezus overroepen wordt door zoveel andere aantrekkelijke stemmen.    “Listen to your heart when it’s calling for you”, ook dat is je “roep”ing volgen.