Paastijd (B)

Het is niet elke dag dat een patiënt bij een bezoek een bijbel vraagt.

Wanneer hij of zij er een ontvangen, komt dan de vraag waar beginnen in de bijbel.

Een boek lezen we meestal van voor naar achter. Wij beginnen bij het begin en zo het meevalt, lezen we verder.

Het boek van de Bijbel

Wie de bijbel leest, begint echt bij het begin, bij de schepping, bij een tijd vóór onze tijd. De lezer komt dan in Mesopotamië met Abraham, belandt in Egypte, verblijft een tijd lang in Israël om van daaruit verbannen te worden en na jaren terug te keren. Hij deelt in de verwachtingen van profeten en komt met een figuur als Johannes de Doper bij Jezus, met wie het tweede deel van de bijbel begint en die gestalte geeft aan de christelijke gemeenschap. Hij leest over het leven van Jezus en maakt kennis met de verbreiding van de boodschap van Jezus vooral door de schriften van Paulus. De laatste bladzijden brengen de lezer bij het moeilijk boek van de Openbaring, de Apocalyps dat uiteindelijk het orgelpunt is met God die zich manifesteert in het hemelse Jeruzalem. Een weg die te zien is op het retabel van van Eyck: Adam en Eva (Gen. 1-2) aan het begin, het Lam op de troon en een bron van levend water (Apoc.21).

Er zijn niet zovelen die erin lukken de bijbel zo van het begin tot het einde te lezen. Lezers slaan meestal de bladzijden over waar de vele wetten en gebruiken opgetekend staan en deze waar er geschreven werd over oorlogen en geweld.

De bijbel is niet één boek, maar een verzameling van meerdere boeken en geschriften uit verschillende tijdstippen.

Waar begin je dan best? Neem een van de vier evangelisten, nog het liefst het evangelie van Marcus. Dit is het meest korte en nodigt uit om leerling van Jezus te worden. De liturgie heeft een driejarencyclus. Dit jaar, leesjaar B, komt Marcus aan bod en krijgen we in de Paastijd en later in de zomer enkele teksten uit het evangelie van Johannes.

De Handelingen van de Apostelen

Op de vraag waar begin je best, gaf ik onlangs de raad om te beginnen met de Handelingen van de apostelen. Het is het tweede schrift van Lucas en sluit aan op zijn eerste schrift, dat het derde evangelie is.

Elk jaar kiest de liturgie ervoor om in de Paastijd elke zondag te lezen uit de Handelingen van de apostelen.

In het bisdom Antwerpen loopt het project. “Neem en lees’. Het gaat over een leesjaar met de Schrift gericht naar alle medewerkers van het bisdom en naar alle gelovigen of zoekende christenen. Het project voorzag drie werkjaren om de focus te richten op de Handelingen van de apostelen. “Het boek Handelingen van de Apostelen gaat over de eerste tijd van de kerkgemeenschap. Alles is nog basic. Het verhaal leest als een kennismaking met het DNA van de kerk.

Het Evangelie vindt zijn weg langs vele routes. De apostelen en hun medewerkers dragen het uit, vrij en zonder vrees. Ze gaan geen enkel gesprek uit de weg. Ze stappen voort.” (info Kerknet bisdom Antwerpen).

Je ontmoet in de Handelingen van de apostelen een beweging en een gemeenschap die zich vormt vanuit het geloof in de gekruisigde en verrezen Jezus, Je treedt binnen in een gemeenschap van mannen en vrouwen die zijn weg willen volgen. De volgelingen van Jezus worden aanvankelijk in de Handelingen ‘aanhangers van de weg’ genoemd (Hand. 9,2). De naam van ‘christen’ krijgen ze pas later, en dit in Antiochië (Hand. 11,26).

In de eerste hoofdstukken van de Handelingen van de apostelen ademt de geestdrift van het begin. ”Zij legden zich ernstig toe op de leer van de apostelen, bleven trouw aan het gemeenschappelijk leven en waren ijverig in het breken van het brood en het gebed” (Hand. 2, 42). Ze waren samen in blijdschap en eenvoud van hart (Hand. 2), Dit ideaal krijgt wel een deuk door spanningen en onenigheid vanbinnen en van buiten.

“Lucas toont in zijn tweede schrift, de Handelingen der apostelen aan hoe de nieuwheid van Christus gestalte kreeg in een nieuwe gemeenschap. Deze vindt haar weg (Hand. 9,2; 16,17; 19,25) doorheen spanningen en conflicten. De Geest geeft dynamisme aan deze jonge gemeenschap. Het eerste deel van dit boek (Hand. 1 15) draait rondom Petrus en de apostelen. Het vertelt het leven van de eerste gemeente in Jeruzalem, haar verspreiding en verstrooiing in de diaspora. Het mondt uit op de eerste verkondiging van de boodschap aan de heidenen. Het tweede deel (Hand. 16-28) bevat het verhaal van de stichtingen van Paulus in Klein-Azië en Griekenland en dit van zijn gevangenschap en aankomst in Rome.” (ICLZ).

Paulus, een buitenbeentje

Vandaag maken we al even kennis met Paulus. Hij stond niet in een goed daglicht bij de gemeente. Hij was immers een farizeeër met connecties in het sanhedrin. Hij steunde hun tegenstand tegen de kranige moedige Stephanus. Deze werd gestenigd. En Paulus stemde daarmee in (Hand. 7, 7,58; 8,1). Daarna is hij erop uit nog meer christenen te vervolgen en trekt daarvoor naar Damascus.

Op weg naar Damascus gebeurt dan voor Paulus de grote ommekeer. Een visioen van Christus. Paulus ontvangt het doopsel. Hij keert naar Jeruzalem terug maar wordt er niet met open armen ontvangen. Hij krijgt wel het vertrouwen van een man als Barnabas, die hem in contact zal brengen met een gemeenschap van christenen in Antiochië. Dit wordt dan zowat de uitvalbasis voor zijn missietochten. En dan is er toch een conflict met Barnabas en gaan hun wegen uit elkaar.

Paulus is wellicht de ganse tijd een buitenbeentje. Zijn apostolaat kent ups en downs. Hij stelt zich nogal onafhankelijk op. “Zo opent hij zijn brief aan de Galaten met de beschrijving van zichzelf als ‘apostel, niet vanwege mensen en ook niet door een mens, maar door Jezus Christus en God de Vader die Hem uit de dood heeft opgewekt’. Hij wist zeer goed dat hij niet via de geijkte kanalen in het apostelambt was gekomen, maar toch liet hij zich niet door het gezag van de andere apostelen aan banden leggen.”

Met de zorg van een moeder

Om de aard van zijn apostelschap te duiden, spreekt Paulus evenwel in termen van diakonia – ‘dienstbaarheid’ –, met name de bereidheid te lijden voor Christus en het evangelie. Met slaafse dienstbaarheid tegenover een hiërarchisch hogergeplaatste persoon heeft diakonia voor Paulus niets vandoen. Zijn theologie werpt een heel ander licht op het machtsdenken en de hiërarchie in de kerkgemeenschap. In zijn eerste brief aan de Thessalonicenzen (2, 7) vergelijkt hij zichzelf liever met een klein kind en een liefdevolle moeder, en dat in een patriarchale maatschappij.”

Een durver genaamd Paulus, dit is de titel van een artikel in Tertio. Frederique Vanneuville geeft de hoofdlijnen weer van het openingsreferaat van prof. Reimond Beiringen op de studiedag van Logos over het thema: ‘Apostelen: de kerk in beweging.” Hij belichte de eigen onafhankelijke rol van Paulus. Paulus heeft het niet gemakkelijk gehad. De Leuvense prof stelt bij het slot de vraag: “Hoe is het mogelijk dat het christendom dat in het begin zo vernieuwend was, zo behoudsgezind is geworden?” (Tertio 1002, 24 april 2019).

De blik, die wij op deze vijfde paaszondag op de jonge kerk krijgen is heel beloftevol. Er is vrede en de kerk groeit. We moeten nu in deze tijd met meer nuances de toestand van de christenen en van de kerk en de christelijke gemeenschappen weergeven. In de gebieden, waar de kerk begonnen is en verder gegroeid in het Midden-Oosten, zijn de christenen sterk in aantal verminderd. In het Westen krimpt de kerk in. We moeten zoals Paulus heeft gedaan zoeken naar nieuwe wegen en niet ophouden de gekruisigde en de verrezen Christus te verkondigen. En dit in het bewustzijn van eigen zwakheid maar met een groot vertrouwen in de Heer.