Heer hou mij vast - dat ook ik mijn kruis opneem en U volg.

12e zondag door het jaar Cyclus C 2013 Galaten 3, 26-29

Lucas 9, 18-24

 

Heer hou mij vast – dat ook ik mijn kruis opneem en U volg!

 

Beste vrienden,

 

In onze moderne democratie is de weg geplaveid met enquêtes. De gunst van het grote publiek is voor politiek en pers, voor media en industrie, de belangrijkste factor geworden.

TV progammatie wordt bepaald door de kijkcijfers en de politiek is al lang niet meer tevreden met de uitslag van de periodieke verkiezingen. Er worden enquêtebureaus ingeschakeld die de mening van de bevolking professioneel en zo representatief mogelijk achterhalen en haarscherp analyseren. Uit de resultaten worden dan ook zeer snel de consequenties getrokken. Men wijzigt gewoon de politieke richting, voet TV programma's met te lage kijkcijfers gewoon af, stelt leiding gevend personeel in vraag of wisselt hen gewoon uit.

 

Zo spelen enquêtes in onze moderne maatschappij, zowel in de politiek als in de economie, in de reclame en zelfs ook in onze Kerk, een immens grote rol. En daarbij gaat het altijd om de vraag: In welke richting evolueert het interesse van de mensen? Wat willen de mensen bv. Op TV voorgeschoteld krijgen? Het gevolg is dat je op het kleine scherm nog maar alleen datgene te zien krijgt wat de hoogste kijkcijfers haalt. Alleen zo is het te verklaren waarom de kwaliteit en het gehalte van de meeste avondprogramma's op TV zo laag ligt.

 

We moeten tegenover dergelijke enquêtes natuurlijk zeer kritisch staan, maar we mogen toch ook niet vergeten dat zelfs Jezus graag wist wat de mensen over Hem dachten. Wanneer Hij in het Evangelie van vandaag de vraag stelt: „wie denken de mensen dat ik ben?“ dan is dat toch niets anders dan willen weten: wie ben ik in hun ogen? Wat denken ze over datgene wat ik zeg en doe? Ook al ben ik er zelf van overtuigd dat Jezus zijn boodschap niet afhankelijk heeft gemaakt van wat zijn toehoorders ervan dachten, vermoed ik toch dat de antwoorden op die vragen Hem toch ook niet onverschillig lieten. Anders zou Hij die vragen toch niet hebben gesteld.

 

De leerlingen hadden er geen enkel probleem mee om onmiddellijk een antwoord te geven. Ze moesten toch alleen maar de opvatting van de mensen om hen heen weergeven. Daar konden ze zich dan gemakkelijk achter verschuilen en moesten zelf geen kleur bekennen. Jezus voelt dat zeer goed aan en vraagt daarom zeer beslist nog eens aan henzelf voor wie zij Hem houden. Hij wilde een persoonlijk antwoord van hen. Dat neemt Hij dan als aanleiding om hen te vertellen hoe zijn verdere weg er zal uitzien. Die voorstelling van de Messias, die zo helemaal anders is dan wat zij zich hadden voorgesteld, begrijpen de leerlingen niet. En ze begrijpen ook nog niet dat bij velen onder hen de eigen weg ook niet aan het kruis voorbij zal gaan.

 

En hoe is dat hier, vandaag, bij ons? Wat zouden wij op Zijn vragen antwoorden? En om even te verduidelijken hoe Jezus die vragen bedoeld heeft, zullen we ze herformuleren en dan vragen we: “Welke rol speelt Jezus in uw leven? Wat beduidt Jezus voor u in de doop van een kind, bij het sluiten van een huwelijk of bij het mislukken ervan? Wat beduidt Hij voor ons in het uur van onze dood?” Het is zeker niet voldoende als we Jezus en zijn gemeenschap alleen maar gebruiken als feestelijke omkadering van een bijzonder gebeuren in ons leven. Dikwijls is het toch zo dat juist diegenen die bijna geen binding meer hebben met de kerk, juist de meest pronkvolle huwelijks- en doop liturgieën wensen. En waarom? Misschien omdat ze het innerlijke gemis, dat ook zij toch ook moeten aanvoelen, willen compenseren door uiterlijke glans. Zou dat wel voldoende zijn? Het is zeker niet voldoende wanneer we alleen vooraf geformuleerde geloofspunten van onze Kerk van buiten leren. Zeker: de ene of de andere kan daardoor in het openbaar misschien het eigen gelovig zijn benadrukken; maar gelovig zijn in de zin van de kerkelijke geloofsleer en gelovig zijn door datgene wat ik over Jezus weet en wat mijn geweten me dan te doen geeft, dat zijn toch twee totaal verschillende dingen. Het volstaat volgens mij ook niet als we alleen maar toeschouwer willen zijn en de anderen dan in het strijdperk sturen. We moeten zelf onze handen ook vuil durven maken. De toeschouwers aan de rand van het voetbalveld laten zich horen en steunen luidkeels de ploeg waar zij achter staan. Zij tonen aan iedereen aan wiens kant ze staan en voor wie hun hart slaat. Maar hoe is dat met de toeschouwers aan de rand van onze kerk?

 

Wat betekent Jezus in mijn leven? Net zoals de leerlingen toen, kunnen ook wij die vraag niet ontwijken. Petrus antwoordt in hun aller naam en zegt: “Jij bent de door God gezonden Messias.”, Jij bent diegene die de leven gevende Geest in de wereld heeft gebracht. Wie Jezus wil navolgen moet zijn Geest in zich opnemen, hij moet zich door Hem laten begeesteren! Hierbij moeten we zeker ook met het wel en wee van de anderen rekening houden en dat kan soms zwaar vallen omdat het tegen ons eigen belang in kan druisen. Maar alleen zo is verklaarbaar wat het betekent om ook je eigen kruis te dragen.

 

Wat Jezus daar zegt is inderdaad 'zwaren toebak': “Wie Mijn leerling wil zijn moet zichzelf verloochenen, dagelijks zijn kruis opnemen en Mij volgen.” Klinkt dat niet overdreven hard? Is dat geen onbehoorlijke eis? Ik vind dat we daarbij niet altijd in extremen mogen denken.

Wie bv. In het weekeinde de tijd neemt om een zieke te bezoeken, die verloochent zichzelf daarom nog niet en hij zal dat bezoek ook niet persé als het dragen van een kruis ervaren, maar hij is toch in elk geval verbonden met het kruis van iemand die lijdt. Een kruis opnemen betekent voor mij ook dat ik al datgene wat ik zelf niet kan veranderen in mijn leven of in het leven van iemand die mij nabij is, wil aanvaarden en zal proberen om er het beste van te maken. Jezelf verloochenen kan je toch ook interpreteren als: neem jezelf niet zo ernstig. Hou jezelf niet voor het middelpunt van de wereld waar alles omheen moet draaien, maar richt je op het algemeen belang. Jezus navolgen betekent niets anders dan: hou Jezus steeds binnen gezichtsafstand. Haal de kracht voor jouw leven uit datgene wat Hij je laat zien en voelen. Dan zal je ook de kracht verwerven die jou in staat stelt om alles te dragen wat het leven voor jou in petto heeft. De evangelist heeft zeker in de eerste plaats gedacht aan de martelaars uit de eerste jaren van het christendom. Maar als hij daar spreekt van “dagelijks”, dan mogen wij in dit verband zeker ook denken aan de kleine dagelijkse beslommeringen die we in ons leven de baas moeten kunnen.

 

Het troost mij wanneer ik merk dat ook de eerste leerlingen pas veel later hebben begrepen waar het Jezus bij deze vraag om navolging werkelijk om ging. Hij “moest” lijden en sterven, niet omdat zijn hemelse Vader onbarmhartig wou zijn, of om één of ander Schriftwoord te vervullen, maar opdat al diegenen die bij Hem willen horen, uit zijn weg zonder enig compromis en zonder twijfel zouden kunnen begrijpen waar het Hem uiteindelijk over ging: niet om het ontstaan en het opbouwen van een nieuwe religie, maar om een heel persoonlijke geloofsweg.

En voor mij betekent dat: Wat is Jezus voor mij? Iemand die, als een goede vriend, altijd achter mij staat! – Wat verwacht ik van Hem? Dat Hij mij vasthoudt wanneer ik mijn dagelijkse kleine kruis opneem om Hem te volgen! Amen.