Met vrede gegroet

 

Zoals een moeder haar kind troost, zo zal ik u troosten.

Vrede en barmhartigheid kome over allen en over heel het volk Gods.

In welk huis je ook binnengaat, laat uw eerste woord zijn: Vrede aan dit huis.

Twitteren

Bij het overschrijven van deze drie teksten uit het liturgie van de veertiende zondag heb ik enkele tekens te veel voor een twitter. Het zijn drie belangrijke zinnen van deze zondag, die in het jaar van de barmhartigheid nog meer opvallen. Vrede en vreugde bewonen de lezingen en de tussenzang.

Jesaja spreekt over een God van tederheid. Wij hoeven er zelfs niet veel voor te doen, ons enkel laten dragen op Gods arm.

“Zoals een moeder haar zoon troost, zo zal ik jullie troosten; in Jeruzalem zal je troost vinden” (Jes. 66,13) NBV.

Paulus lag in de clinch met de Galaten, die naar het Jodendom waren teruggekeerd en opnieuw voor de besnijdenis kozen. Paulus keurt het af. Hij herhaalt in zijn brief het verhaal van zijn ontmoeting met Christus. Hij zelf heeft God ontmoet in Jezus en is door ontberingen en vervolging deelgenoot geworden aan het kruis van onze Heer. Hij eindigt zijn brief met een wens. Daarbij valt op dat hij Israël in deze wens insluit.

“Het is volkomen onbelangrijk of men wel of niet besneden is, belangrijk is dat men een nieuwe schepping is. Laat er vrede en barmhartigheid zijn voor allen die bij deze maatstaf blijven, en voor het Israël van God”(Gal. 6,16) NBV.

Het lijkt er op of Paulus de voorafgaande discussie uit zijn brief relativeert. Prof. Comblin, die aan de geestelijke brancardiers les gaf in het Latijn gebruikte, vaak de uitdrukking: parum refert. Parum refert: het doet er weinig aan toe. Het is van geen te groot belang, als je maar weet wat het belangrijkste is!

Kringen rond Jezus

Jezus had veel kringen rondom zich: eerst de dichtste kring van de twaalf apostelen; daarnaast de kring van de tweeënzeventig. De namen van deze groep zijn niet bekend. Het is deze groep die in tijd en ruimte uitdijt en waarin wij tevens een plaats en opdracht krijgen. Behoren tot de kring van Jezus brengt mee dat wij de weg naar hem durven aantonen. Jezus zendt zijn leerlingen met de opdracht vrede te brengen in elk huis, waar ze binnengaan. Zij moeten evenwel beseffen dat niet zij, maar de Heer het belangrijkste werk doet. Als jullie een huis binnengaan, zeg dan eerst: ‘Vrede zij dit huis.’

Zo ze welkom zijn, zullen deze zendelingen dankbaar aanvaarden wat hen wordt aangeboden. We moeten echter niet alleen een boodschap van vrede brengen en de komst van het koninkrijk aankondigen. We zullen de zieken genezen die er zijn en hun lasten delen. Ze zullen gebruik maken van eenvoudige middelen: Bij Jezus en vooral in de visie van Lucas over de missie dienen eenvoudige gebaren zoals eten, drinken, rusten als bemiddelende factoren voor het doorgeven van het evangelie (F. Bovon, L’Evangile selon Saint Luc 9,51-14,35, p. 47-66).

Het twitterbericht brengt een blijde, lichte boodschap. Maar Jezus zegt meteen dat de zending niet eenvoudig is, een lam onder de wolven. Harde taal. De arbeidsvoorwaarden die hij voorstelt zijn niet zo aantrekkelijk. En met die bede voor nieuwe arbeiders loopt het in onze streken niet zo best. Geef het niet op bij ontmoediging en tegenkanting. Weet dit wel: Het Rijk Gods is nabij! Felix Timmermans zei het op zijn manier: “Gods boter zal wel bovendrijven!”

Wanneer mensen hun huis voor anderen openstellen, straalt daar een beetje vrede. Hoeveel contacten zijn er al niet gelegd bij Wereldjongerendagen, bij Evangelische en Katholieke Kerkdagen, tijdens de Europese ontmoetingen van Taizé en van andere groeperingen, waarbij mensen vreemden gastvrij in hun woonst ontvangen! Bij die ontmoetingen nemen vrede en verstandhouding even hun intrek en worden teksten uit de Schrift actueel. Mensen van verschillende gezindten zijn begaan met de vele vluchtelingen, die dichtbij ons om opvang vragen.

God van tederheid

Paus Franciscus heeft al vaak gesproken over de tederheid van God. Vorig jaar op 12 juni 2015 zei hij tot priesters in Rome dit: “Vandaag vraag ik u in deze retraite, herders te zijn met de tederheid van God. Laat de ‘zweep’ in de sacristie en wees herders met tederheid, ook voor degenen die u het meest problemen geven. Het is een genade. Een genade van God. Wij geloven niet in een etherische god, wij geloven in een God die mens geworden is, die een hart heeft en dat hart spreekt vandaag tot ons: ‘Kom tot Mij. Als u vermoeid, bedrukt bent, en Ik zal u opbeuren. Bejegen de kleinsten met tederheid, met dezelfde tederheid die Ik voor hen gebruik.’  Zie daar wat het Hart van Jezus ons vandaag zegt, en dat is wat ik u vraag, in deze Mis, voor u evenals voor mijzelf.”

Gods koninkrijk komt: vrede en vreugde.