Zend uw Geest, dan komt er weer leven

Er is zoveel dat we niet met de handen kunnen aanraken en pakken.

De gevoelens, die ik heb, gedachten in mijn hoofd, woorden uit mijn mond.

Als mens ben ik een bezield wezen. Ik ben gebonden aan plaats en tijd en toch kan ik in gedachten elders zijn en denken aan gisteren en dromen van morgen.

We hebben verstand, onze geest werkt. Ze zijn er maar je kan ze niet op een weegschaal leggen en in grammen uitdrukken hoeveel ze wegen.

Niet te grijpen

In een Duits liefdesliedje wordt er gezongen: “De gedachten zijn vrij, geen jager kan ze vangen en neerschieten.”

Die Gedanken sind frei

wer kann sie erraten? Sie fliehen vorbei

wie nächtliche Schatten.

Kein Mensch kann sie wissen,

kein Jäger erschießen

mit Pulver und Blei:

Die Gedanken sind frei!

We spreken over inspiratie, bezieling, een goede sfeer, een goede of slechte geest binnen een groep, in een school.

Geest van hier boven

Op Pinksteren spreken we in de kerken over de Geest en we bidden tot de Geest van hier boven, ‘kom heilige Geest’. We verwachten zo veel van hem, dat frisheid brengt, kracht om vol te houden, vernieuwing en trouw, dat hij verbindt. Een lied dat ons opwekt klinkt als een gebed.

Geest van hierboven, leer ons geloven

Hopen, liefhebben door uw kracht

Hemelse Vrede, deel U nu mede

Aan een wereld die U verwacht

Wij mogen zingen van grote dingen

Als wij ontvangen al ons verlangen

Met Christus opgestaan

Halleluja

Eeuwigheidsleven zal Hij ons geven

Als wij herboren Hem toebehoren

Die ons is voorgegaan

Halleluja

Wat kon ons schaden

Wat van U scheiden

Liefde die ons hebt liefgehad

Niets is ten kwade, wat wij ook lijden

Gij houdt ons bij de hand gevat

Gij hebt de zege voor ons verkregen

Gij zult op aarde de macht aanvaarden

En onze Koning zijn

Halleluja

Gij, onze Here, doet triomferen

Die naar U heten en in U weten

Dat wij Gods zonen zijn

Halleluja

Met beelden

Meteen zitten we al in heel hoge sferen. Maar blijven toch op Bijbelse grond. In de eerste verzen van de Bijbel, in het boek Genesis, is er al sprake van Gods geest. “In het begin schiep God de hemel en de aarde. De aarde was nog woest en doods en duisternis lag over de oervloed, maar Gods geest zweefde over het water.”

God zien we niet. Maar de Bijbel ziet hem aan het werk. Hij is als een wind over de oerzee. Hij de wijsheid die ordent en schept.

We zeggen dat hij aanwezig is, werkzaam in mensen die hij uitverkiest, in rechters voor zijn volk, in koningen, in profeten. Wanneer dorheid optreedt, wanneer we voorkomen als dorre beenderen, hopen we dat de geest nieuw leven brengt (Ez. 37,1-14). Wanneer ons hart is versteend, hopen we op een nieuw hart. Er is hoop dat Gods Geest op iedereen mag rusten (Joël 3,1). Jezus wordt door Johannes de doper begroet als degene op wie de geest rust (Lc. 3,22). Jezus belooft dat wie in hem geloven de Geest zullen ontvangen (Joh. 7,39). Jezus spreekt uitvoerig over de Geest bij zijn afscheid op het Laatste avondmaal. Wanneer hij op Pasen bij zijn leerlingen komt, blies hij over hen en schonk hen de Geest opdat zij moeten werken aan verzoening en vergeving (Joh. 20,22-23).

Het boek van de Geest

Het is vooral in de Handelingen van de apostelen dat de Geest het sterkst aanwezig is. Op Pinksteren lezen we elk jaar in dit boek over wat gebeurde op het eerste christelijk pinksterfeest. Pinksteren was al lange tijd een feest bij de joden en het is dit tot op vandaag. Het feest van de weken (Sjavoeot), een herinnering aan een oogstfeest, een herdenking dat Mozes op de berg Sinaï de Thora heeft ontvangen (Ex. 19,3-8).

Lucas vermeldt een heel bijzondere ervaring. De apostelen en een groep leerlingen zijn een week lang intens samen geweest. In de dagen dat zij samen waren, met onder hen de moeder van Jezus, hebben ze gebeden, nagedacht over wat met Jezus was gebeurd en wat hij van hen verwachtte. Ze hebben nagedacht wat de Thora betekent en hoe Jezus de nieuwe Mozes kon zijn. Een inzicht dat in de groep doorgebroken, is. Op Pinksteren verlaten ze de gesloten ruimte. Ze durven het aan te doen wat Jezus hen had opgedragen, over hem te spreken en hem te verkondigen. Ze konden geen betere dag als geschenk krijgen om te proeven van de universaliteit. Want op feestdagen kwamen mensen van andere landen naar Jeruzalem. Blijkbaar zijn de meeste onder hen ontvankelijke mensen, want ze begrijpen in hun eigen taal wat die bezielde apostelen verkondigen.

De Geest bezielt mensen. Deze ontzien het martelaarschap niet. De diaken Stephanus sterft als martelaar. Zelfs een tegenstander van de groep van de Nazareeër, van de mensen van de weg, wordt er door geraakt op de weg naar Damascus. Paulus zal de Christus verkondigen en de kracht en de werking van de Geest ervaren en doorgeven. Hij schrijft over hem in al zijn brieven. Wij hebben de Geest nodig om over Christus te getuigen (1 Kor 12,3). De Geest is de ziel van het lichaam van Christus, dat de kerk is (1 Kor 12-13), Paulus verkondigt Christus en erkent dat zijn Geest werkzaam is. De Geest zorgt voor goede vruchten.

Op de allerlaatste bladzijde van de Bijbel heeft de ziener op Patmos het visioen van de bruid en de Geest. “De Geest en de bruid zeggen: ‘Kom! Laat wie luistert zeggen: Laat wie dorst heeft komen, laat wie dat wil vrij drinken van het water dat leven geeft.” Wie mogen drinken van het frisse water en tegelijkertijd bezield zijn van heilig vuur. Zo wordt de geest voorgesteld bij Lucas. Een bezielend vuur, dat elke man en vrouw kan begeesteren.

Verbinden

Van bij het eerste christelijk pinksterfeest groeit een grote verbondenheid. Zij horen elk in hun eigen taal spreken van Gods grote daden. De vonk slaat over. Petrus begeestert zijn toehoorders op het Pinksterfeest. Kunnen we zo preken in de kerk, bij de catechese, in onze contacten dat iedereen zich aangesproken voelt? Verbinden in het goede, dat wil de Geest, verbinden met God, bron en eindpunt, verbinden met medemensen, verbinden met de schepping. Het is de Geest die leven doet.

De komst van de Geest in de Handelingen van de Apostelen, die eenheid schept, staat in tegenstelling met wat in Babel is gebeurd, waar verwarring overheerst (Gen. 11,1-9). De Joden hebben geen te beste herinnering aan Babel, Het was de stad die in het Oosten grote invloed had. Ze was ooit de grootste stad geweest. Daar was een tempel aan de godheid Marduk, daar stonden grote en hoge tempels, de zikkoerat. Daar was techniek. Het boek Genesis geeft soms de indruk wat afkerig te staan tegenover al dat kunnen. Al lezen we er eveneens waardering voor de vaardigheid van mensen.

Weg van de verwarring

Dit kreeg een neerslag in het verhaal van de toren van Babel. In dit Bruegeljaar komen twee werken van hem voor de geest. Pieter Bruegel was bij het schilderen van de Toren van Babel beïnvloed door het Romeinse Colosseum, ook niet zo geliefd bij de christenen. Pieter Bruegel is in Rome geweest.

Bruegel leefde in een tijd van onenigheid tussen katholieken en protestanten, een tijd van verwarring. Breugel kon zich niet inspireren op toenmalige hoogbouw, die was er niet. De KBC-toren, vroeger de Boerentoren genoemd, gebouwd in 1929 was een tijd lang de hoogste toren op Europese continent; Torens zijn hoog, vandaar ook mikpunt zoals de Twin-torens.

Babel beeld van verwarring, Pinksteren oproep tot verbinding. Deze twee doorkruisen elkaar nog elke dag; We stellen ons open voor de Geest van liefde, die verbindt en die tweedracht en vernieling verafschuwt.