Eén in Gods hand: volharden in een groots visioen (2009)

Zusters en broeders in onze Heer Jezus Christus, lieve mensen,

Eén in Gods hand; zo luidt het thema dat door de Raad van Kerken èn de Evangelische Alliantie sàmen gekozen is voor de Week van Gebed voor de eenheid van christenen die altijd in januari, aan het begin van het kalenderjaar gehouden wordt. Dat woordje ‘samen' is in dit verband minder vanzelfsprekend dan het misschien lijkt. Het is namelijk nog maar de tweede keer dat beide genoemde koepelorganisaties van kerken en christenen in ons land precies op hetzèlfde moment hun gebedsweek houden. Tot voor kort vielen die gebedsweken niet samen, laat staan dat er van een gezamenlijk thema sprake was. Dat dit laatste nu wel het geval is toont mijns inziens aan hoe belangrijk volhardend gebed voor de eenheid van christenen is. Uiteindelijk blijft dat gebed niet zonder gevolgen, zoals we de laatste jaren steeds duidelijker mogen zien en meemaken. Straks wil ik daar nader op ingaan.

Eerst terug naar het thema voor deze gebedsweek: één in Gods hand. Wat houdt dat concreet in? Ik denk dat we daarvoor goed te rade kunnen gaan bij de apostel Paulus. In zijn brief aan de Filippenzen (hoofdstuk 2) geeft hij precies aan wat christelijke eenheid in de praktijk betekent. Hij zegt: het gaat erom eensgezind te zijn, één in liefde, één in streven en één van geest. Christenen moeten niet handelen vanuit geldingsdrang en eigenwaan, maar leren om in alle bescheidenheid de ander belangrijker - of met een ouderwets woord: uitnemender - te achten dan zichzelf. Wij moeten niet alleen ons eigen belang, maar ook dat van anderen voor ogen hebben. We moeten, anders gezegd, de gezindheid van Jezus Christus nastreven. Jezus kwam om te dienen en niet om te heersen. Hij kwam om mensen te verzoenen met God en met elkaar. Hij roept mensen op deel te nemen aan de wereldwijde liefdesgemeenschap die z'n oorsprong vindt in God de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. "Heilige Vader, bewaar hen door uw naam, (...) zodat zij één zijn zoals wij één zijn", heeft Jezus gebeden. Even verderop in datzelfde hogepriesterlijke gebed waar wij een passage uit gelezen hebben herhaalt Jezus deze bede nog een keer, als hij zegt: "Laat hen allen één zijn, Vader. Zoals u in mij bent en ik in u, laat hen zo ook in ons zijn, opdat de wereld gelooft dat u mij hebt gezonden." (Joh. 17:21)

Lieve mensen, als dàt gebeurt, als dat gebed van Christus verhoord wordt en onder zijn volgelingen die eenheid tot stand komt die Hij op het oog heeft, dan is dat niets minder dan waar de apostel Paulus over spreekt in het beroemde 8e hoofdstuk uit zijn Romeinenbrief, namelijk het openbaar worden van wie Gods kinderen zijn! In de visie van Paulus is dat laatste een gebeurtenis van kosmische betekenis, waar heel de schepping reikhalzend naar uitziet. Paulus gaat er vanuit dat de mens de kroon op Gods scheppingswerk vormt. Die oorspronkelijke glorieuze positie is de mens echter kwijt geraakt doordat hij zijn Schepper uit het oog heeft verloren en zichzelf in het middelpunt van het heelal heeft geplaatst. De mens heeft zichzelf tot maat van alle dingen gemaakt en is zo van zijn voetstuk gevallen. In die val is heel de schepping meegesleurd, waardoor sindsdien de schepping ten prooi is aan zinloosheid, vergankelijkheid en bederf. Als de grote breuk die er tussen God en mensen is ontstaan en die als het ware door heel de schepping heenloopt volledig teniet is gedaan - en door het offer van Christus is dat in principio, in beginsel reeds het geval -, dan zal de mens zijn oorspronkelijke glorieuze positie terugkrijgen en zal de complete schepping gaan delen in de vrijheid en luister die het kindschap van God met zich meebrengt.

Misschien zegt u: fantastisch hoor, dat grootse, kosmische visioen van Paulus in Romeinen 8! Maar valt er iets van te zien in onze aardse werkelijkheid? Is er al iets van gerealiseerd, door de eeuwen heen? Kijk bijvoorbeeld eens naar de geschiedenis van het joodse volk. De profeet Ezechiël heeft in zijn dagen -zo omstreeks 585 voor Christus, toen het laatste restant van het oorspronkelijke verenigde koninkrijk van Israël was vernietigd en vrijwel alle joden als ballingen naar Babel waren gedeporteerd - wel fraai geprofeteerd over herstel van de eenheid onder het joodse volk en over een zelfstandig volksbestaan in hun eigen land. Maar is die profetie uitgekomen? Zijn de oorspronkelijke tien noordelijke stammen van Israël - ofwel Efraïm- en de twee zuidelijke stammen - ofwel Juda- teruggekeerd naar hun land en heeft dit een nieuw verenigd koninkrijk opgeleverd? Even leek het er een klein beetje op, in 1948, toen dwars tegen alle verdrukking in de huidige Joodse Staat Israël ontstond. Met name veel christenen heeft dat destijds met groot enthousiasme en verwachting vervuld. Maar sindsdien zijn alweer ruim 60 jaar verstreken; 60 jaar van oorlogsgeweld en bloedige strijd tussen Joden en Palestijnen, maar ook 60 jaar van grote verdeeldheid tussen Joden onderling. Alles wat er de laatste weken in en om de Gazastrook is gebeurd staat nog op ons netvlies gebrand. Past al dat bloedvergieten, al die verwoesting, al die haat en verdeeldheid nu werkelijk bij het verenigde vrederijk waar Ezechiël en anderen over geprofeteerd hebben? Nee toch?!

Behalve naar Israël en het Midden-Oosten gaat onze aandacht in deze dagen ook sterk uit naar de Verenigde Staten van Amerika. We staan aan de vooravond van een bijzonder moment in de geschiedenis van dat nog altijd machtigste en toonaangevende land in de wereld. Overmorgen treedt de nieuwgekozen president Barack Obama aan. Met reikhalzend verlangen - om de apostel Paulus te citeren - ziet het Amerikaanse volk, maar eigenlijk heel de wereldgemeenschap, uit naar zijn inauguratie. Met zijn charismatische optreden en gloedvolle redevoeringen heeft Barack Obama de afgelopen maanden grote hoop en verwachting gewekt onder brede lagen van de Amerikaanse bevolking en elders in de wereld. Als zoon van een zwarte islamitische Afrikaanse vader en een blanke christelijke Amerikaanse moeder belichaamt hij als geen ander het grote ideaal van eenheid en verzoening dat hij in zijn toespraken uitdraagt. Tegen de achtergrond van de scherpe politieke en economische tegenstellingen die de VS al lange tijd teisteren en de grote verdeeldheid die dit tot gevolg heeft, hunkeren enorm veel mensen naar verandering ofwel change. Zal Obama die ook werkelijk tot stand kunnen brengen? Zal hij opgewassen blijken tegen de immense problemen waar Amerika en heel de wereld op dit moment mee te maken hebben? Zal hij de internationale politieke crisis, de kredietcrisis, de economische crisis, de milieucrisis en de morele crisis de baas kunnen? Of is het volslagen irreëel om dat van hem of welke andere machthebber dan ook te verwachten? Ach lieve mensen, we mogen wel heel bewust en veel bidden om wijsheid, leiding en bescherming voor Barack Obama, gelet op de enorme uitdaging waar hij voor staat.

Tegen deze achtergrond keer ik terug naar Romeinen 8 en stel opnieuw de vraag: zien we er al iets van, van de realisatie van dat grootse, kosmische visioen van Paulus? Volgens hemzelf wel. Hij zegt: als christenen hebben we een voorschot ontvangen op de erfenis die ons te wachten staat. Dat voorschot bestaat uit de Heilige Geest die wij ontvangen hebben. Ten diepste vormt die Heilige Geest in ons de basis van de hoop die wij koesteren voor mens en wereld. Die hoop op het rijk van verzoening, vrede, eenheid, heelheid en liefde dat heel de kosmos omvat (!) zien we nog niet, zo stelt Paulus. Anders zou het immers geen hoop meer zijn. Maar hij roept ons wel met klem op in die hoop te volharden! Wat dat laatste concreet voor ons zou kunnen inhouden wil ik nu proberen uit te leggen, waarbij ik meteen terugkom op mijn inleiding van daarstraks.

Ik zei aan het begin dat wij in deze jaren steeds duidelijker mogen zien dat volhardend gebed om eenheid onder christenen niet zonder gevolgen blijft. Iets van die eenheid, die uiteindelijk uitloopt op het herstel van heel de Schepping en het volkomen manifest worden van het Koninkrijk van God, komt tot uiting in de brede oecumenische beweging sinds het begin van de vorige eeuw. Tot voor kort leek het erop dat die beweging in twee hoofdstromen uiteenviel. Aan de ene kant had en heb je nog steeds de hoofdstroom onder de vlag van de Nederlandse Raad van Kerken en - in internationaal verband - de Wereldraad van Kerken. Aan de andere kant had en heb je de hoofdstroom onder de vlag van de Nationale Evangelische Alliantie en - in internationaal verband- de World Evangelical Alliance. Op locaal niveau hier in Haarlem vertaalt deze tweedeling zich in enerzijds de plaatselijke Raad van Kerken, initiatiefnemer van deze Oecumenische Viering, en anderzijds het platform Geloven in de Stad, een samenwerkingsverband van tientallen Reformatorische Kerken, Baptisten -, Pinkster- en Evangelische gemeenten en aanverwante organisaties dat inmiddels zo'n drie jaar bestaat. Het geval wil dat de Pelgrimkerk, waaraan ik zelf als predikant verbonden ben, zich met beide genoemde hoofdstromen binnen de oecumenische beweging verbonden voelt. Wij zijn sinds twee jaar officieel deelnemer van GidS en zijn als PKN-gemeente ook aangesloten bij de Raad van Kerken. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat wij aan ons lidmaatschap van de Raad van Kerken in het verleden niet bijster veel inhoud gaven. Wij participeerden zelfs niet of nauwelijks in deze jaarlijkse Oecumenische Viering! Dat werd mijn zeer gewaardeerde collega en broeder in de Heer pastoor Van Ogtrop te gortig, zodat hij mij hier bijna twee jaar geleden op aansprak. Ik heb toen tegen hem gezegd: wat niet is, kan komen. Waarom nodigen jullie ons niet opnieuw uit om mee te doen met de Oecumenische Viering en daar actief aan bij te dragen? En zie daar: nu treft u mij hier vanmorgen aan op de preekstoel van deze prachtige Kathedrale Basiliek! Ik heb nog niet mijn hele gemeente kunnen bewegen om vanmorgen mee te komen hier naartoe, maar wie weet lukt dat in de toekomst nog. Ik wil me daar in ieder geval graag voor inzetten. En ik hoop en bid van harte dat wij ons er met elkaar voor in willen zetten om zo mogelijk een eind te maken aan het oecumenische Tweestromenland waar ik over sprak!

Zou het niet mooi zijn om als plaatselijke Raad van Kerken toenadering te zoeken met de Beweging Geloven in de Stad? Zou het niet mooi zijn ook die kerken en gemeenten die zich in GidS-verband hebben verenigd uit te nodigen om deel te gaan nemen aan deze jaarlijkse Oecumenische Viering, zoals dat ook met de Pelgrimkerk is gebeurd? Ik realiseer me best dat dit allemaal niet gemakkelijk is. De tegenstellingen waren in het verleden heel scherp en zijn dat soms nog. Er zijn grote verschillen in theologische accenten, in liturgische praktijken en in geloofsbeleving. Dat verandert niet zomaar en dat hoeft ook niet. Eenheid begint met elkaar leren kennen en van lieverlee waardering krijgen voor de eigenheid van de ander, waarbij je tegelijkertijd de eigenaardigheden van de ander leert relativeren. Het informatiebulletin dat de Beweging GidS een paar keer per jaar uitbrengt kan daar goed bij helpen. Er is een behoorlijk aantal exemplaren van het laatst uitgekomen nummer beschikbaar. Als u daar interesse in mocht hebben kunt u straks bij de uitgang een exemplaar meenemen, althans, wanneer onze gastheer pastoor Van Ogtrop het goed vindt dat ze worden uitgedeeld (?) Als u tot nu toe niet of nauwelijks van GidS had gehoord, gaat er bij lezing misschien wel een wereld voor u open en zegt u: ik wist helemaal niet dat er nog zoveel andere christenen in Haarlem en omgeving wonen!

Zou het niet mooi zijn om met al die zusters en broeders samen één te worden in Gods hand? Dat is een hoop die nog niet zichtbaar is, zeker, maar we kunnen er op z'n minst in volharden. Halleluja! Lof zij U Christus, in eeuwigheid! Amen.