Afscheidsrede paus Benedictus na zijn middenoostenreis (2009)

Mijnheer de President, Mijnheer de Premier, Excellenties, Dames en Heren,

Nu ik op het punt staan naar Rome terug te keren, wil ik graag met u enkele indrukken delen die ik op mijn pelgrimstocht naar het Heilig Land heb opgedaan. Ik had vruchtbare discussies met de burgerlijke autoriteiten, zowel in Israël als in de Palestijnse gebieden, en ik was getuige van de grote inspanningen die beide regeringen zich getroosten om het welzijn van het volk veilig te stellen. Ik heb leiders ontmoet van de Katholieke Kerk in het Heilige Land, en ik ben blij te zien hoe ze met vele samenwerking om de kudde van de Heer te hoeden.  Ik had ook de gelegenheid om leiders van de verschillende Christelijke Kerken en kerkelijke gemeenschappen en ook de leiders van andere godsdiensten in het Heilige Land te ontmoeten. Dit land is inderdaad een vruchtbare grond foor oecumene en interreligieuze dialoog, en ik bid dat de rijke verscheidenheid van het religieuze getuigenis in deze streek, vruchten zal dragen van groeiend onderling begrip en respect voor de ander.

Mijnheer de President, u en ik plantten een olijfboom bij uw huis op de dag dat ik in Israël aankwam. De olijfboom wordt, zoals u weet, door Sint Paulus gebruikt als beeld van de zeer hechte verbondenheid tussen Christenen en Joden. Paulus beschrijft in zijn brief aan de Romeinen hoe de kerk van de heidenen gelijkt op de wilde olijfscheut, die geënt wordt op de groeiende olijfboom die het volk van het verbond is.Wij worden gevoed vanuit dezelfde geestelijke wortels. Wij ontmoeten elkaar als broeders, broeders die in sommige periodes van onze geschiedenis een gespannen relatie met elkaar onderhielden, maar nu ons krachtig gebonden hebben aan het bouwen van bruggen van stevige vriendschap.

De ceremonie bij het Presidentiële paleis werd gevolgd door een van de meest wezenlijke momenten van mijn verblijf in Israël; mijn bezoek aan het Holocaust Monument in Yad Vashem, waar ik sommige overlevenden die geleden hadden en nog leden aan de gruwelen van de Sjoah  heb ontmoet. Deze diep ontroerende ontmoetingen brachten bij mij de herinnering  terug aan mijn bezoek drie jaar geleden aan het dodenkamp van Auschwitz, waar zo vele Joden – moeders, vaders, echtelieden mannen en vrouwen, broers, zusters en vrienden - brutaal werden afgeslacht onder een goddeloos regiem dat een ideologie van antisemitisme en haat propageerde. Dat verschrikkelijke hoofdstuk van onze geschiedenis moet nooit worden vergeten of ontkend. Integendeel: deze donkere herinneringen moeten ons vaste besluit sterken om dichter naar elkaar toe te getrokken te worden als takken van dezelfde olijfboom, door dezelfde wortels gevoed en verenigd in broederlijke liefde.

Mijnheer de President,
Ik dank u voor uw warme gastvrijheid die ik werkelijk hoog apprecieerde, en ik wil nog even duidelijk vaststellen dat ik dit land kwam bezoeken als een vriend van de Israëli’s, net zoals ik een vriend ben van het Palestijnse volk. Vrienden brengen graag tijd door in elkaars gezelschap en zij vinden het diep bedroevend als zij de ander pijn zien lijden. Geen vriend kan zijn tranen bedwingen als hij het lijden en het verlies aan levens van beide volkeren gedurende de laatste zestig jaren heeft gezien. Veroorloof mij deze oproep naar de volkeren van deze landen te doen: geen bloedvergieten meer! Nooit meer vechten! Nooit meer terrorisme! Nooit meer oorlog! Laat ons in plaats daarvan de vicieuze cirkel van het geweld doorbreken. Laat er een duurzame vrede opbloeien, op rechtvaardigheid gebaseerd, laat er een ruimhartige verzoening komen en een genezing van elkaars wonden. Laat algemeen erkend worden dat de staat Israël het recht heeft om te bestaan en van vrede en veiligheid moet kunnen genieten binnen internationaal erkende grenzen. En laat zo ook erkend worden dat het Palestijnse volk het recht heeft op een onafhankelijk thuisland waar men in waardigheid kan leven en het recht heeft vrij te reizen. Laat de tweestaten-oplossing werkelijkheid worden en geen droom blijven. En laat de vrede zich verder verspreiden via deze landen, laat hen samen dienen als ‘licht voor de volkeren’ en hoop brengen aan de vele andere naties die bij enig conflict betrokken zijn.

Een van de droevigste dingen die ik gezien heb bij mijn bezoek aan deze landen was de muur. Toen ik die passeerde heb ik gebeden voor een toekomst waarin de volkeren van het Heilige Land in vrede en harmonie samen kunnen wonen zonder de noodzaak van zulke veiligheidsmiddelen die scheiding te weeg brengen. Mijnheer de President, ik weet hoe moeilijk het zal zijn dat doel te bereiken. Ik weet hoe moeilijk uw taak is en die van de Palestijnse Autoriteit. Maar ik verzeker u dat mijn gebeden en de gebeden van Katholieken over heel de wereld u zullen begeleiden bij al uw pogingen een rechtvaardige en blijvende vrede in deze streek te bewerkstelligen.

Rest mij alleen nog mijn hartelijke dank te betuigen aan allen die op zoveel verschillende manieren aan het welslagen van mijn bezoek hebben bijgedragen. Dank aan de regering, de organisatoren, de vrijwilligers en de media die mij veel gastvrijheid hebben geboden en mij hebben begeleid. Ik ben hen zeer dankbaar. Wees ervan overtuigd dat ik u van ganser harte in mijn gebeden zal gedenken. Tot u allen zeg ik: dank u wel, moge God met u zijn, Shalom!

Vliegveld Tel Aviv, 15 mei 2009-05-16

Engelse tekst van de website van www.trouw.nl/rf
in haast gemaakte vertaling van H. J. van Ogtrop 16 mei 09